I’m allowed to enjoy my growth

Ik had vandaag een besef.

Dankbaar zijn voor de uitdagingen die me uit mijn comfortzone halen.

Je maakt je hoofd gek, het lichaam voelt zwaar en moe, elk deel van jezelf schreeuwt om te vluchten. Vluchten? Nee, het lichaam schreeuwt om ontspanning, rust, plezier, lol.

De droom is er. Het leven is er, echt leven. Waar ik nu ben, is niet goed, of in ieder geval niet goed genoeg. Dat dacht ik de afgelopen dagen, omdat ik voor weer een nieuwe uitdaging sta. Van de vorige keren dat het leven me confronteerde, heb ik al iets geleerd over mijn oorspronkelijke gedrag daarop. Van enthousiasme naar vluchten, dan naar worstelen om uiteindelijk, via 1001 kleine stappen, acceptatie en een vorm van rust te bereiken. Toch wordt dat allemaal zo snel vergeten.

Het lichaam is gebouwd om te overleven. Om zich sterk te voelen in zijn vertrouwde omgeving. Daarom zijn we zo goed in het liegen dat het goed is waar we nu zijn. Oh, ik hoef niet per se. Het is makkelijk waar ik nu ben. Dit past niet bij mij. Zo erg zelfs.

Toch is er nog een klein stemmetje dat zachtjes blijft fluisteren, nee, het kan beter. Jij bent beter. Het is als een merelsong in de stad. Ergens hoor je de melodie, zacht, niet dwingend om aandacht, maar duidelijk aanwezig. De schoonheid verleidt je zodat je je hoofd draait. In de tonen van het lied hoor je de lente. Het laat je zo gemakkelijk lachen, tussen de dagelijkse drukte door. Een moment van geluk, voorbijgaand terwijl je verder loopt. Ondergedompeld terug in je drukte.

Zo is het met die innerlijke stem van hoop. Ze is er zachtjes in je hoofd, als je gewoon je hoofd draait. En is het niet verbazingwekkend hoe eenvoudig haar boodschap is, net als de veren van de merel. Niets opzichtigs, geen pure schoonheid uit zelfverzekerde eenvoud.